Lupine in Zuidoostelijk bouwplan
Wat de verschillende lupinesoorten doen met én in de bodem is deels bekend. Wageningen University & Research heeft voor Innovatiehuis De Peel als onderdeel van het project ‘Verbonden Peelproeftuinen voor slimme rotatieteelten’ de uitdagingen op een rij gezet. In het literatuuronderzoek 'Lupine in Zuidoostelijk bouwplan' is zichtbaar gemaakt wat bekend is over de teelt van lupine, de vruchtwisselingsmogelijkheden en waar nog kennis ontbreekt.
Lees hieronder de samenvatting van het literatuuronderzoek uitgevoerd door: WUR Open Teelten: J. Visser, R. Peters, R.D. Timmer en Louis Bolk Instituut W.J.M. Cuijpers.
Teelthandleiding lupine van het Louis Bolk Instituut. Vindt hier meer teeltinformatie in de teelthandleiding lupine voor de teelt van breedbladige, witte lupine en smalbladige, blauwe lupine van het Louis Bolk Instituut uit 2023.
SAMENVATTING Lupine in Zuidoostelijk bouwplan
Met het oog op de groeiende vraag naar eiwitrijke plantaardige producten en de noodzaak te werken met rustgewassen voor een gezonde bodem en schoon water is de teelt van lupine aantrekkelijk. Lupine staat bekend om zijn vermogen om stikstof in de bodem vast te leggen dat ten goede komt aan een vanggewas of volgteelt. Lupine is echter een nieuwe teelt voor de zandgronden in de Peel en kent nog de nodige uitdagingen.
Wanneer een relatief nieuw gewas in het bouwplan wordt geïntroduceerd, is het van belang na te gaan voor welke (bodem)schimmels, aaltjes en insecten het gewas gevoelig is. Nog belangrijker is het om te weten welke bodemschimmels en aaltjes worden vermeerderd door lupine waardoor gewassen die na lupine worden geteeld eventueel schade kunnen ondervinden.
Doel is om telers handvatten te bieden een risico-inschatting te kunnen maken of lupine een geschikt rustgewas is binnen het eigen bouwplan. Ook is van belang te kunnen bepalen wat de beste plek voor lupine binnen de rotatie is en hoe het bijdraagt aan het succes van de volgteelten.
Het belangrijkste advies is om voorafgaand aan de lupineteelt de aaltjessituatie van het perceel te kennen. Indien nodig een aaltjesonderzoek te laten doen.
Adviezen voor lupineteelt
Voet- en wortelrotcomplex
Advies is maximaal 1:6 vlinderbloemigen te telen. Hiermee worden negatieve effecten voorkomen.
Een voorvrucht, zoals klaver, luzerne, mais, haver en Soedan gras lijken de impact van voet- en wortelrotcomplex op de lupineteelt te kunnen minimaliseren.
Bodemschimmels
De beste voorvrucht voor lupine is afhankelijk van welke bodemziekten er spelen op een specifiek perceel en in welke mate. Soedan gras is potentieel gunstig. Maar dit gewas is ook aantrekkelijk voor plantparasitaire aaltjes.
Specifiek gelet op het Zuidoostelijke bouwplan en zonder te letten op plantparasitaire aaltjes is suikerbiet de meest gunstige voorvrucht (mits een R. solani resistent ras) voor lupine.
Vlinderbloemige- of kruisbloemige groenbemesters zijn slechte voorvruchten voor lupine.
Lupine niet telen na goede waardgewassen als mais, aardappel, zaaiuien, rogge, haver en lelie.
Plantparasitaire aaltjes
Lupine blijkt gevoelig voor bepaalde aaltjes, zoals Pratylenchus penetrans. Doe vooraf aaltjesonderzoek om te bepalen of lupineteelt succesvol kan zijn.
Op percelen met een te lage pH en een besmetting met Pratylenchus crenatus is lupine een ongunstige voorvrucht voor graangewassen. Lupine vermeerdert deze aaltjessoort sterk.
Advies: Afrikaantjes (Tagetes) opnemen in de rotatie om P. penetrans te beheersen.
Adviezen voor teelt na lupine
Bodemschimmels
Lupine zelf is een zeer slechte voorvrucht voor aardappels en vlinderbloemige gewassen vanwege de vermeerdering van rattekeutelziekte, Verticillium en het voet- en wortelrotcomplex.
Een monocotyle niet-waard voor deze ziekten, zoals grassen en granen, kan een goede volgvrucht zijn.
Op lupine kan F. avenaceum zich potentieel sterk vermeerderen. Ui is dan een betere volgvrucht dan granen.
De meest recente informatie over de waardplantstatus en schadegevoeligheid van lupines staat in het schimmelschema van Best4Soil.
Plantparasitaire aaltjes
Lupine lijkt een goede waard voor P. penetrans en is op besmette percelen een ongunstige voorvrucht voor P. penetrans gevoelige gewassen zoals aardappel, ui, erwt, peen, schorseneer, cichorei en lelie.
Graswortelknobbelaaltjes en stengelaaltjes gebruiken lupine om zich te vermenigvuldigen. Doe vooraf een aaltjesonderzoek en bepaal welk volggewas succesvol geteeld kan worden.
Lupine is een waard voor M. chitwoodi. De schade per lupinesoort verschilt nogal. Check het overzicht ‘Waardplantstatus van lupine-soorten voor plantparasitaire nematoden’ in het literatuuronderzoek.
Lupine lijkt een goede waard voor P. teres en het TabaksRatelVirus en is daarmee een slechte voorvrucht voor aardappel, peen, schorseneer en witlof.
De meest recente informatie over de waardplantstatus en schadegevoeligheid van lupines staat in het aaltjesschema van Best4Soil.